Printerinkt. Het lijkt soms wel vloeibaar goud. En toner goud in poedervorm, in dat geval. Iedereen die in het bezit is van een printer en wel eens cartridges of toners moet vervangen, weet hoe pijnlijk dat doorgaans is voor je portemonnee. Vaak staan de prijzen voor inkt of toner niet in verhouding tot wat je voor het apparaat zelf hebt betaald. Zijn die cartridges dan echt zo duur om te produceren, of worden we in het ootje genomen? We bespreken het hier, net als wat je alternatieven zijn.
Als je een kwalitatief goed scheerproduct wil, valt het waarschijnlijk op de houder zelf eigenlijk heel betaalbaar is. De navulmesjes kosten vervolgens een godsvermogen. Dit noemt men dan ook het ‘scheermesmodel’. Datzelfde model passen printerfabrikanten op grote schaal toe. In verhouding tot wat je ervoor krijgt, zijn de apparaten die ze verkopen namelijk vaak helemaal niet zo duur. Daardoor ben je sneller geneigd om tot een aankoop over te gaan. Vervolgens ben je echter ‘binnen’ en word je afhankelijk gemaakt van de navulpatronen van de printerfabrikant zelf. Elke fabrikant heeft immers weer zijn eigen model cartridges en toners. De prijzen daarvan zijn juist exorbitant hoog in verhouding tot wat je ervoor krijgt, wat over het algemeen vrij weinig is. Zo zit het verdienmodel van printerfabrikanten in elkaar: liever over de langere termijn meer geld verdienen aan verbruiksproducten dan mensen afschrikken met dure apparaten.
Printerfabrikanten kunnen echter niet voorkomen dat andere fabrikanten goedkopere versies van hun inktcartridges en toners op de markt brengen die óók in het apparaat passen. Daardoor kun je als gebruiker voordelig cartridges en toners kopen en zo komt de alleenheerschappij van de printerfabrikant is gevaar. Dus doet men er alles aan om je ervan te overtuigen geen imitatiepatronen te gebruiken in je apparaat. Dat zou immers voor schade zorgen en dan kun je geen aanspraak meer maken op de fabrieksgarantie. Maar is dat ook zo? In de meeste gevallen zorgen imitatiepatronen helemaal niet voor schade. Zo lang niet aanwijsbaar is dat schade aan een printer door een imitatiecartridge of -toner is veroorzaakt, mag de gebruiker geen garantie geweigerd worden.
Dan blijft de kwestie nog over of zo’n huismerkcartridge of -toner wel dezelfde kwaliteit kan bieden als een exemplaar van de printerfabrikant zelf. Die laatste zal je verzekeren dat dat niet het geval is. In de praktijk valt dat echter wel mee. Als je bij een betrouwbare leverancier je huismerkpatronen aanschaft, kun je doorgaans rekenen op een afdrukkwaliteit die de originele cartridges of toners op z’n minst benadert of in sommige gevallen zelfs evenaart. Ook de afdrukkwaliteit is dus geen reden om je door printerfabrikanten te laten bestelen door middel van veel te dure inktcartridges en toners waar vaak ook nog eens weinig in zit.
Als jij nu dus nog trouw de inktcartridges of toners van de fabrikant van je printer koopt, dan wordt het tijd om te gaan overwegen om daarvan af te stappen en voor huismerkvarianten te gaan. Daar kunt je echt veel geld mee besparen, zeker als je het consequent blijft doen. Kijk wel altijd naar hoeveel pagina’s je met een patroon kunt printen. Duurder is niet altijd slechter, het kan namelijk ook betekenen dat er meer inkt of toner in zit en je er dus langer mee kunt doen. Dat kan ervoor zorgen dat je per pagina in feite goedkoper uit bent.